Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het zal geschieden, wanneer haar vaders of haar broeders zullen komen, om voor ons te rechten, dat wij tot hen zullen zeggen: [30]Zijt hun om onzentwil genadig, [31]omdat wij geen huisvrouw voor een ieder van hen in deze krijg genomen hebben; want gijlieden hebt ze hun niet [32]gegeven, dat gij te dezer tijd schuldig zoudt zijn. 30. De zin is: Staat ons deze Benjaminieten gunstiglijk toe, dat wij hen ditmaal verschonen: of [naar sommiger mening] staat ons deze dochters voor ditmaal toe, geeft, schenkt haar ons uit gratie, om de volgende redenen. Anders, zijt hun [dezen Benjaminieten] onzenthalve genadig, of, hebt om onzentwil medelijden hem hen, hebt medelijden met ons voor hen. 31. Dat is omdat wij daarop niet gelet hebben, dat wij voor al de overgebleven Benjaminieten vrouwen genoeg mochten overhouden van de inwoners der stad Jabes in Gilead. Zie boven, vs.11,12. Alzo nemen zij op zich de schuld van onbedachtelijk en onvoorzichtelijk gehandeld te hebben. 32. Maar zij hebben haar zelf genomen, zodat gij niet schuldig zijt aan enige inbreuk van uw gedanen eed. Zie boven, vs.1,7,18.